Het scheuren van planten houdt in dat je planten met genoeg wortels uit elkaar trekt om zo twee of meerdere planten te krijgen. Bij kleinere planten kun je dit met de hand doen, bij grotere gebruik je een mes. De planten die je kunt scheuren zijn meestal vaste planten of sierheesters. Vaste planten groeien vanuit het midden naar buiten toe. Dit betekent dat de jongste en groeikrachtigste plantjes dus altijd aan de buitenkant van de pol zitten. Deze buitenste stukken zijn de delen die je opnieuw plant.

Voorjaarsbloeiers scheur je direct na de bloei of in het najaar.

  1. Graaf de pol uit zonder de wortelkluit te beschadigen.
  2. Verdeel de pol in verschillende stukken. Zorg ervoor dat elk stuk een paar scheuten heeft en voldoende wortels.
  3. Gebruik alleen de buitenste stukken, want die hebben de meeste groeikracht.
  4. Let erop dat bij elk stuk dat je weer in de grond plant de hoeveelheid blad in evenwicht is met het aantal wortels.
  5. Zorg dat de grond op de nieuwe plantplek los is en meng er wat potgrond doorheen. Nog potgrond nodig? of heb je vragen? Neem gerust contact met ons op.
  6. Plant de scheuten diep genoeg, zodat ze genoeg ruimte hebben.
  7. Geef na het planten ruimschoots water en houd de komende weken bij droogte een oogje in het zeil, totdat de planten zijn aangeslagen.